The Wheel of Consent (vanaf hier: TWOC) is ontwikkeld door Betty Martin. Vanuit haar ervaring als oa sekswerker is het model oorspronkelijk gericht op aanraking. Ook in ons populaire discours is dat vaak wanneer het woord consent valt: toestemming rondom seks. Kijken we naar de grondlagen van consent, namelijk autonomie, elkaars grenzen respecteren en generositeit, dan wordt TWOC ineens toepasselijk in heel veel interacties.
Deze zomer volgde ik Like A Pro, de introductie in TWOC voor professionals, gegeven door Betty Martin herself en haar kundige codocent Robyn Dalzen. Op de wonderschone Pillionberg aan de Egeïsche zee in Griekenland kwamen we met ongeveer twintig professionals in verschillende werkgebieden samen om te leren. Een week lang heb ik me ondergedompeld: plezier in mijn handen aanwakkeren, objecten en mensen aanraken, dutjes doen, grenzen voelen, samen met Sinsia in een yurt slapen en vijgen eten van de bomen langs het pad.
Ik ben ontzettend geïnspireerd en wil TWOC toegankelijk gaan maken voor koppels, dus ik verwacht de komende tijd meer te schrijven en organiseren op dit gebied. Dat ik mijn aantekeningenschrift per ongeluk in de groepsruimte heb laten liggen en die pas over twee weken weer op mijn deurmat ligt, mag de pret niet drukken. Ik wijt het maar aan de ontspanning en veiligheid die ik ervoer op die plek ;) Nog even geduld dus.
In deze post neem ik je alvast mee langs een korte intro in TWOC en de eerste goudklompjes die ik ben tegengekomen. Mijn inzichten beschrijf ik in de ik-vorm om zo zuiver mogelijk te blijven, maar ik ga ervan uit dat mijn voorbeelden ook voor jou herkenbaar zijn.
Een veel te korte intro in The Wheel of Consent
Consent is een afspraak die we met elkaar maken, die onze grenzen respecteert en waarin wat we geven vanuit generositeit komt. Dat betekent dus niet “nou ja goed dat moet dan maar”, geven in de hoop dat je later iets terugkrijgt (zoals bijvoorbeeld een seksuele handeling) of proberen iets leuk te vinden wat je eigenlijk niet leuk vindt. Het betekent ook niet toestemming geven en vanaf daar niet meer terug kunnen.
Binnen TWOC staan twee vragen centraal:
1: Wie doet de handeling?
2: Voor wie is de gift van de handeling?
Combineer die twee vragen met elkaar, en dan krijg je vier opties:
Ik doe + de gift is voor jou = ik dien (serving). De handeling is de gift, ik stel me genereus op.
Jij doet + de gift is voor mij = ik accepteer (accepting). De handeling is de gift, ik stel me dankbaar op.
Ik doe + de gift is voor mij = ik neem (taking). Toegang tot de anders lichaam is de gift, ik stel me integer op.
Jij doet + de gift is voor jou = ik sta toe (allow). Toegang tot mijn lichaam is de gift, ik durf me over te geven.
Geven heeft dus twee vormen, namelijk dienen en toestaan.
Ontvangen heeft ook twee vormen: nemen en accepteren.
Dit klinkt misschien wat onoverzichtelijk, maar als je een plaatje van TWOC ziet, wordt het snel helderder.
In alle vier de opties is plezier te vinden. Dat je dient of toestaat (dus de gift is voor de ander) kan heel erg plezant zijn om te doen, maar dat is mooie bijvangst en het is niet waar de focus op ligt. De focust ligt op het plezier van de ander, die respectievelijk accepteert of neemt. Wat jij geeft valt binnen jouw grenzen.
Elk van de opties is alleen maar leuk wanneer er consent is. Hebben we interacties zonder consent, dan kunnen die interacties makkelijk onduidelijk worden, en op zijn slechtst zelfs gevaarlijk en giftig.
Er is nog veel, véél meer over TWOC te zeggen. Daarvoor raad ik je aan om The Art of Receiving and Giving te lezen, of de site van The School of Consent eens te bekijken. Op de site van Betty Martin zijn veel gratis toegankelijke bronnen te vinden.
Inzicht 1: Mijn aandacht is mijn valuta
Ik vind bijscholing belangrijk en ik vind gesprekstechniek waardevol. Een theoretisch kader helpt me om niet blanco “goh, nou, joh” te stamelen als iemand me iets vertelt, maar om hen vragen te stellen die hen verder helpen of hun onderliggende emoties boven tafel halen.
Dat is hartstikke behulpzaam, maar wat ik me ten diepste besef is dat ik, in mijn rol als professional, soms alleen maar mijn aanwezigheid hoef te bieden en niet eens per se iets hoef te doen. Dat de ander hun verhaal vertelt, gehoord wordt, niemand anders hoeft te zijn dan ze zijn, is heel regelmatig al genoeg.
Ieders aandacht is een beperkte resource. Ik word me er steeds meer van bewust hoe waardevol onverdeelde aandacht eigenlijk is, dat ik op een gezet moment geen enkel ander doel heb dan een gift geven aan de ander. Vaak zit ik in dienen (serving) wanneer ik werk, en de gift van mijn handelen en kunde gaat naar mijn coachees (accepting). Ik mag vaker in allowing (toestaan) zitten en de coachees laten nemen (taking) wat zij nodig hebben.
Inzicht 2: In de vertraging gebeurt HET
Ik heb moeite met stilzitten en vind het hele mindfulnesgebeuren ontzettend ingewikkeld, al was het maar omdat het vaak door bedrijven wordt aangeboden aan werknemers om systeembrede stress te individualiseren. Dat stilstaan bij de sensaties van het hier en nu me ook bewust kan maken van plezier, kwam voor mij als een verrassing. Ik heb vaak geprobeerd sensaties plezierig te vinden zoals ze zijn, maar dat lukt eigenlijk nooit. De sleutel? Mijn eigen agency erin ontbrak.
Tijdens de oefening Waking Up The Hands duurde het even voordat ik de lol inzag van het aanraken van een random object (denk: een aansteker, een sambabal of een steen). Na een tijdje merkte ik dat ik mijn handen plezierige sensaties kon geven dóór het object dat ik vasthield. Het object zelf had structuren die ik graag wilde aanraken, en ik kon het object gebruiken om plekken op mijn handen aan te raken die ontzettend lekker voelen. Plezier en zelfs opwinding die niets met wie dan ook te maken hebben, enkel met mezelf; wat een verrassing! En dat voornamelijk omdat ik stilzat en mijn handen gewoon liet voelen.
Dat kon alleen maar doordat het verstilde om me heen, in mijn lijf en in mijn hoofd. Toen pas kon ik het geluid in mijn handen horen.
Inzicht 3: nee is nodig voor een ja, ofwel: oprechte keus
Ik ben vaak in situaties geweest waarin ik het idee had dat nee zeggen geen optie was. Kleine situaties, zoals op tijd willen weggaan van een feestje (“ah toe blijf nog even!”) of een film kijken die ik niet leuk vind (“maar deze horrorfilm is echt niet zo eng hoor!”). Net zo goed ook grotere situaties, zoals partners die alleen bij me bleven als ik niet teveel vertelde wat ik (niet) wilde of nog breder, leven in een kapitalistisch systeem dat een vorm heeft waarvoor ik niet heb gekozen. En best vaak is het niet nee mogen zeggen impliciet, door groepsdruk of door verwachtingen omtrent ik me dien te gedragen.
Ik leerde tijdens Like A Pro hernieuwd dat ik alleen met iemand in contact wil zijn als diegene geïnteresseerd is in zowel mijn ja als mijn nee, en dat als mijn nee kan resulteren in onderhandeling, minachting of zelfs sociale uitsluiting, ik bij voorbaat niet in contact wil zijn.
Is iemand werkelijk geïnteresseerd in mijn nee, en neemt iemand mijn grenzen dus aan als intrinsiek aan mij, dan wordt het voor mij mogelijk om te ontspannen en om de ander te vertrouwen. Ik kan dan gaan geven binnen mijn grenzen en ik weet hoe overvloedig veel ik dan te bieden heb.
Inzicht 4: Eerst ontvangen, dan pas weggeven, en ik moet er zelf om vragen
Doordat ik lang niet heb geweten dat ik autistisch ben, heb ik veel geworsteld met perfectionisme, burn-out en algehele stress. Weten hoe mijn hoofd werkt helpt, maar lost ruim 30 jaar socialisering niet magischerwijs op. Mijn neiging om te willen voldoen aan een norm die ik om me heen zie, maakt dat ik mezelf makkelijk weggeef: mijn aandacht, mijn tijd, mijn comfort, en altijd in reactie op iemand die naar me uitreikt, niet uit eigen initiatief. Mijn tank is vrijwel altijd vrijwel leeg geweest tot de diagnose, want ik ging niet uit van wat ik voor mezelf nodig heb. Dat de buitenwereld mij leest als vrouw, maakt dat mezelf wegcijferen vooral wordt toegejuicht.
Toen ik tijdens de Three Minute Game mocht vragen om wat ik wilde, duurde het vaak lang voordat ik voelde welke aanraking mij nu plezier zou bieden. Ik kon bedenken wat ik over het algemeen prettig vind, en ook wel wat acceptabele dingen zijn om te vragen. Soms dacht ik: “dit ene ding uitleggen is veel gedoe en dan wordt die ander ongeduldig en dan voel ik me afgewezen in mijn specificiteit”.
Ik besefte me: ik kan eigenlijk nog niet goed vragen om wat ik wil. Wat ik nodig heb om content te zijn, moet ik actief leren waarnemen, serieus nemen en vervolgens communiceren. En dat dan ieder moment opnieuw. Pas als ik genoeg krijg van wat ik nodig heb, dan laad ik op en heb ik genoeg over om te bieden aan anderen. Dat geldt voor mijn nabije relaties zoals met partners en vrienden, maar ook in bredere contacten zoals in mijn werk of in community. Voor mezelf zorgen is noodzakelijk om mezelf te onderhouden en het is geen luxegoed, zoals ik onbewust toch lang heb aangenomen.
Dus in de oefeningen ben ik selectief geweest in het kiezen van een passend oefenmaatje, heb ik om dingen gevraagd die voor mij fijn zijn (een hand die op mijn borstkas of voorhoofd duwt, iemands haren door mijn handen laten gaan) en hoefde ik niets meer te doen dan ontvangen (taking of accepting).
Voor de toekomst
Consent leren start individueel, dat is me overduidelijk. En tegelijkertijd speelt consent in romantisch-seksuele partnerrelaties een ondergeschikte rol. Door de aannames die we doen over verhoudingen tussen genders, over wat partnerschap betekent, over wat seks is en hoe het eruit zou moeten zien en met wie een mens (geen) seks dient te hebben, is wederzijdse instemming en afstemming tussen alle betrokkenen helemaal niet zo vanzelfsprekend. Het is belangrijk dat relaties meer consentgebaseerd worden. Ga je nu solo op een consentcursus, dan kan het heel moeilijk zijn om wat je leert mee terug te brengen naar je relatie.
De komende tijd wil ik mijn ideeën hierover verder uitkristalliseren en consent toegankelijk maken voor partners. Welke vorm dat precies krijgt (een cursus? Een werkboek?) weet ik nog niet. Wordt vervolgd!